CXXXI
sociëteit, die als naar gewoonte geïllumineerd was en
Concordiawaar een «bal masqué" werd gegeven,
boden daartoe overvloedig gelegenheid aan.
De twee volgende dagen was het Carnaval en het
■4de en 3de studiejaar mocht gedeeltelijk den 20sten
gedeeltelijk den 21ste" 's avonds tot 11 uur uit. Dat
er van die buitengewone vergunning gretig gebruik
gemaakt werd om aan die feesten deel te nemen
naarmate de omstandigheden dit meebrachten, behoeft
bijna geene vermelding. De nog op het gebouw aan
wezige Cadetten organiseerden een optocht, die in vroo-
lijkheid en luidruchtigheid kon wedijveren met de
meeste andere van dien aard.
Den 23sten Februari werd ons het eervol ontslag be
kend gemaakt van den Cadet L. Melchior van het
wapen der Infanterie 0. I. '1ste studiejaar.
Intusschen naderde reeds meer en meer de dag,
waarop wij in vorige jaren de geboorte van onzen
beminden Prins Frederik herdachten, de dag, waarop
aan de Koninklijke Militaire Academie het portret
zou aangeboden worden van dien eerbiedwekkenden
grijsaard, als blijk van de groote hoogachting en eer
biedige genegenheid, die wij den beminnelijken Vorst
toedroegen. Om half vier stond het Cadettenkorps
aangetreden tegenover de plaatswaar de met rouw
floers bedekte beeltenis van den ontslapen Prins was
opgehangen. De overdracht had plaats in tegenwoor
digheid van de officieren- en burgerleeraren der K.
M. A. en de officieren van de 1ste Afdeeling der
Krijgsschool; eene commissie van acht Cadetten uit ons
midden gekozen, had zich met die taak belast.
Hoe die overdracht plaats had, en wat we voor den