CXXXIII
nu dat feest niet meer vierenal heeft Prins Frederik
ons verlaten, toch zal de 28ste Februari 1882 in onze
herinnering blijven als de dag, waarop het Cadetten -
korps hulde bracht aan de nagedachtenis van een
groot man.
«Nog bedekt een floers zijn beeld, maar wanneer
straks dat floers verwijderd zal zijn, wanneer Prins
Frederik te midden van zoovele mannen, waarop Ne
derland trotsch isop ons zal nederziendan moge in
ons binnenste een edel streven ontwaken om hem na
te volgen als krijgsman en als mensch. Dat zal voor
ons de beste wijze zijn, 0111 Zijne nagedachtenis in eere
te houdendaartoe prijke van dit oogenblik af Zijne
beeltenis in ons midden."
liet lloers werd verwijderd, en voor ons zogen wc
het kalme, eerbiedwekkende gelaat van den edelen Vorst.
De Gouverneur aanvaardde daarop voor de K. M. A.
dit stoffelijk blijk van onze oprecht gemeende hulde,
met eene toespraak tot het Cadettenkorpswaarin
ZHEG. ons den overledene schetste als een weldoener
der armen, een vertrooster van weduwen en weezen,
een waar vorst, een edel mensch en vooral als een
vriend van de K. M. A. ZIIEG. herinnerde ons daarna
,aan de vaderlijke raadgeving, die een groot deel on
zer bij het gouden feest der Academie mocht liooren,
uit den mond van den edelen Prins. Als Gouverneur
der K. M. A. verklaarde ZHEG. de overdracht te aan
vaarden en besloot hij met de beloftedat de beeltenis
van den geëerden Prins in het vervolg te midden van
zoovele andere helden uit het Huis van Oranje onze
amusementzaal tot een sieraad zou strekken.
De tijd, die alle wonden heelt, bijgestaan door de