CXXXVI
Den 18den dier maand werd de Cadet M. W. E.
van Bloemen Waanders van het wapen der Artillerie
0. I op zijn verzoek overgeplaatst bij dat der Infan
terie 0. T,
De 25sle" Mei was alras aangebroken; van den
15den af hadden de twee hoogste studiejaren den tijd
benut om door eigen oefening volkomen slagvaardig
den strijd te aanvaarden, welke op dien datum aan
ving. Voor het 4'1' studiejaar is die strijd zeker wel
het glansrijkst afgeloopenniemand viel, en den 14den
Juni werd onder het blijde gejubel van het geheele
Korps, aan het oudste studiejaar bekend gemaakt, dat
zij allen den eindpaal van hun streven op de Academie
hadden bereikt.
Den volgenden dag werd het kamp betrokken door
het daartoe aangewezen personeel. De marsch daarheen
was vroolijk als altijd; voorafgegaan door de Stafmuziek
van het Ode Reg. Inf. en halverwege vergezeld dooi*
tal van belangstellende officieren, togen de kampee-
renden naar de plaats, waar zij tijdelijk de studie
vaarwel konden zeggen ten einde zich meer practisch te
ontwikkelen. De ongedwongen vroolijkheiddie ook
dit jaar in het kamp heerschte, en de aangename ver
houding, waarin IIH. Officieren tegenover de Cadetten
stonden, bi achten zeker niet weinig er toe bijom de
aantrekkelijkheid van het kamp te verhoogen.
Den 22sten Juni werd de uitslag van het examen
van het 3de studiejaar bekend gemaakt. Was dit voor
velen een dag van vreugde, 6 onzer mochten aan de
algemeene blijdschap echter geen deelnemen; buiten
dien moesten zich nog 15 Cadetten aan een nader
examen onderwerpen.
y