CXXXIX doen ons vermoeden dat de vereeniging in bloei zal toenemen. De daaraanvolgende dag was voor het geheele Cadet- tenkorps een dag van onverwachte vreugde. De Gou verneur werd op dien dag tot Kolonel bevorderd en de Cadettendie een blijk wilden geven van de sympathie, die zij hun Chef toedragen, brachten hem, vooraf gegaan door de Muziekvereeniging «Sempre Crecendo" eene serenade. De afgevaardigden van ieder studiejaar en het bestuur van bovengenoemde vereeniging werden door den nieuwbenoemden Kolonel met hartelijkheid ontvangen. De nu volgende tijden leverden weinig belangrijks op. Bij gelegenheid van de najaarskermis werd eene buitengewone vergunning tot uitgaan gegevenwaar door aan de twee jongste studiejaren een genoeglijke avond werd verschaft, terwijl de beide oudste twee maal aan de kermisvreugde konden deelnemen. Zoo zijn we dan eindelijk genaderd aan den minst aangenamen tijd van het jaar, dien we op de Academie doorbrengen. Reeds vroeg had de wintervorst zijn zetel naar deze streken overgebrachtsneeuw en vorst, koude en tocht met zich voerende, en met reden moch ten wij dan ook vermoedendat de winter dit jaar streng en guur zou zijn. Gelukkig bemerkten we weldra, dat we ons dien kommervollen tijd erger hadden voor gesteld, dan hij zijn zou. Middellerwijl is de 26ste November aangebroken de dag waarop door het Cadettenkorps het driejarig bestaan van zijn Sociëteit gevierd werd. Het strijkorkest van het 6de Regiment Infanterie en het eenvoudig doch smaakvol aangebrachte decoratief gaven dien dag aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 143