6 Helaas, lang mocht hij dit commando niet voeren, juist een maand later (14 April 1873) sneuvelde de Generaal-Majoor Köhler. Het Nederlandsch O.-I. leger telde een dapper soldaat, een trouw, beleidvol officier minder; het Vaderland verloor in hem een veldheer, die zeker nog menigen gewichtigen dienst aan zijn Ko ning zou hebben kunnen bewijzen. De flinke woorden, waarmee hij de afscheidsgroet van den Gouverneur-Generaal Loudon bij zijn vertrek naar Atjeh beantwoordde«Excellentie, wij zullen onzen plicht doen," waren stellig niet voorbarig. Mij heeft zijn plicht gedaan. Jan van Swieten werd den 28en Mei 1807 te Mainz geboren. In 1821 als volontair in dienst getreden, werd hij spoedig daarna cadet en ontving op den 26en Aug. 1824 zijne benoeming tot 2en Luitenant bij het Nederlandsche leger. Twee jaren later werd hij op zijn verzoek gedetacheerd bij ons leger in Indië, waar hij gedurende zijn driejarig verblijf aan den Java-oorlog deelnam. In dien strijd onderscheidde de 19-jarige jon geling zich bij niet minder dan vijf gelegenheden en hij keerde dan ook als Ridder der Mditaire Willemsorde 4® klasse in Augustus 1830 naar het Vaderland terug, waai de Lelgische opstand aller gemoederen in beroering had gebracht. Intusschen was Van Swieten reeds op den 27®n Augustus 1829 tot lcn Luitenant bevorderd, in welken rang hij de krijgsverrichtingen te Antwerpen en Lier en de expeditie naar Maastricht bijwoonde. Tot aandenken aan deze dagen werd hij in April 1832 begiftigd met het Metalen Kruis. In 1834 verzocht de le Luitenant Van Swieten zijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 152