9 Na zijn terugkeer uit Atjeh viel den Luitenant-Gene raal Van Swieten de zoo zelden voorkomende onder scheiding ten deel van benoemd te worden tot Grootkruis van de Militaire Willemsorde (12 Mei 1874). Voorwaar eene rechtmatige belooning voor zooveel moed, beleid en trouw. Op aanbeveling van den Luitenant-Generaal Van Swieten werd later het opperbevel over leger en vloot opgedragen aan den Generaal-Majoor Johannes, Ludovicus, Jacobus, Kubertus Pel. Wij willen ook diens verleden in weinige trekken schetsen. Den 10e" Januari 1823 te Maastricht geboren, trad hij op nog zeer jeugdigen leeftijd in dienst bij het Nederlandsche leger, van hetwelk hij in 1846 als ser geant-majoor op zijn verzoek naar liet Indische werd overgeplaatst. Na in 1848 zijne aanstelling tot 2en Lui tenant te hebben verkregen, werd hij in 1853 tot lcn Luitenant bevorderd en vier jaren later tot Kapitein bij het Nederlandsch O.-I. leger. Nu eerst neemt het glans rijke van de militaire loopbaan van dezen dapperen krijgsman een aanvang. Als kapitein nam hij in 1859 en '60 deel aan de beide Bonische expeditieswaarbij* hij toonde een dege lijk officier te zijn, die de oude Vaderlandschedeugden van moed, beleid en trouw in zich vereenigde Voor zijn gehouden gedrag werd hij benoemd tot Ridder van de Militaire Willemsorde 4e klasse. In 1865 tot Majoor bevorderd, werd hij in 1869 benoemd tot Directeur der Militaire School te Meester Cornelis, welke betrekking hij tot April 1870 waar nam, den datum, waarop Pel tot Luitenant-Kolonel en Militair Commandant van Palembang werd benoemd. fy

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 155