19 de groote bestreken ruimte, welke zich daar bevond in verband met het aantal couverts. De weg, die er henen leidt, heeft eene tonronde gedaante, keurig onderhouden bermen en is aan weers zijden begrensd met hooge heggen. Overschrijden we de rolbrug, beklimmen we daarna ettelijke met fascines bekleede trappen, dan komen we ten slotte in de eet zaal. Alvorens verder te gaan, willen we dat lokaal nauwkeurig inspecteeren. Het maakte reeds bij het binnentreden een zeer eigenaardigen indruk. De wanden waren rijkelijk be kleed met rijshout en leemde vloer bestond uit een mozaïek van gepolijst béton waarop een mollig tapijt van asphalt-papierHet plafond was een kunstgewrocht van schoone bouwkundedécharge-bogen waarop met verkitsel eenige afmeting- en korting-fresken waren ge maald; voor de hollandsche ramen waren met stuitings schroefjes sierlijke horden bevestigd, terwijl het licht zachtkens getemperd werd door touw schermen. Aan den wand eenige waterspiegels gesteund door vergulde klossen, voorts eene tijd-buis met speelwerk, die voor den meest volmaakten chronometer niet be hoefde onder te doenin een der hoeken eene étagère met opgezette diertjes, o. a. eenige uitheemsche slakken, ter wijl eindelijk eenige stukjes in waterverf de versiering voltooiden. Deze waren echter meestal van anti-delu^ viaanschen oorsprong, o. a.een bronzen veldkanon, een compagnies-handmolen van Frederik den Groote,' een stil leventjeeene provoost uit den tijd der Inqui sitie e. a. In 't midden van de zaal stond eene kolossale schoots- lafel op vier pooten met drie rollen; onder de 4de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 165