28
Sedert 486' ben ik te Parijs werkzaam bij de politie.
In deze hoedanigheid ben ik meer dan eens getuige
geweest van voorvallendie menigeen slechts uit romans
dus bij name kent, doch waarvan de werke
lijkheid doet ijzenvoorvallendie in wereldsteden als
Parijs, Londen of Berlijn zeker meermalen voorkomen
en die misschien juist daarom toch zoo weinig
bekend zijn.
Is er een moord gepleegd, hoevele dagen zijn de
nieuwsbladen daarvan somtijds niet volhoevele weken
daarna nog van den toestand, waarin de moordenaar
verkeert en soms hoort men maanden lang van niets
anders spreken. En toch worden, helaas! bijna dage
lijks, moorden gepleegd, waarvan geen courant ge
waagt, die zelfs niet ruchtbaar worden
zedelijke moorden. Zedelijke moorden, waarbij een
rijke schurk met goud de eer van een ongelukkig
arm schepseltje koopt, doch het daarna verstoot en
prijs geeft aan de verachting, die het gevolg is harer
onbezonnen daad, die haar langzaam doet wegkwijnen,
haar meer dan één dood doet sterven