VERVALSCHING. 43 (Een fabel op rijm gebracht.) Aan de glasruit van mijn venster Zaten onder luid geklaag, 'n Viertal vliegen bij elkander, Ieder met een leege maag. Aan hun zuchten kwam een einde, Toen de wijste eind'lijk sprak «Laat ons ieder naar iets zoeken 't Zij naar vleesch, of naar gebak." Daarop vloog het viertal vliegen Moedig op een strooptocht uit; Niet vergeefsch was al hun zwerven Want zij vonden weldra buit. De eerste vond een grooten schotel Tot den rand met meel belaan; Zonder lang zich te bedenken Viel zij hierop duchtig aan. i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 189