H Pas had zij haar maal geëindigd, Of zij voelde zich niet goed, Na een droevig, smart'lijk lijden Stierf helaas onze arme bloed. De oorzaak was zeer logisch, vrinden, (Hoe onmoog'lijk liet u schijn',) Want gelijk zoovele zaken Bleek het meel vervalscht te zijn. Aan een geurig stukje rundvleesch Smulde nu de tweede kwast; Welbehaag'lijk vloog ze verder, Nadat zij zich had vergast. Maar ook zij was niet gelukkig, Ach, maar kort was haar genot, Na slechts weinig oogenblikken Trof haar ook haar zusters lot. De oorzaak was zeer logisch, vrinden, (Hoe onmoog'lijk het u schijn',) Want gelijk zoovele zaken Bleek dit vleesch vervalscht te zijn. Met de derde ging 't niet beter Zij toch vond een beker wijn, En gelijk zoovele zaken Bleek de wijn vervalscht te zijn. Weldra hoorde nu de laatste, Hoe 't haar vrienden was gegaan; Diep bedroefd en zeer bewogen, Pinkte ze uit haar oog een traan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 190