49
maar zich geweld aandoende, herstelde hij zich oogen-
blikkelijk en scheen geheel kalmhoewel het daarbinnen
in zijn hart hevig stormde.
«0 Karei," zoo sprak hij na eenige oogenblikken
»is dat de reden van uwe bedruktheid, dan kan ik u
geen raad geven, beste vriend, ge weet hoe onervaren
ik op dit punt ben. Maar in allen gevalle zou ik u
aanraden kalm en bedaard te blijven. En weet ge ook
(hier aarzelde hij een oogenblik) of kunt ge ook na
gaan, hoe zij over u denkt?"
«Neen, en dat is het juist, wat mij zoo onaangenaam
stemt."
Nog eenigen tijd zaten de vrienden zoo te redeneeren
totdat eindelijk het uur aangebroken waswaarop
Karei naar zijn kantoor moest gaan. Na zich gereed
gemaakt te hebben vertrok hij en liet Henri alleen
achter.
Een diepe zucht ontglipte Ilenri toen Karei vertrok
ken was. 0 het was hem duidelijk aan te zien, dat
eene hevige smart zijn binnenste folterde. Hoe diep
bedroefd toch viel hij in zijn leuningstoel neder, hoe
wezenloos staarde hij voor zich uit. «OGod, wat moet
ik doen" was het eenige wat hij kon uitbrengen.
Maar wat was dan toch de reden van die droefheid.
Het lot. van zijn vriend was toch zoo treurig niet?
Neen en dat was de reden ook niet.
Arme Henri, ook op hem had diezelfde Johanna een
diepen indruk gemaakt, ook hij was na dien bewusten
avond niet dezelfde van vroeger, al kon men ook uit
wendig niets daarvan bemerken. Hij ook beminde
Johanna oprecht, en dezelfde smart, die zijn vriend
niet had kunnen verbergen, droeg hij ook in zijn
4-