54 k Weet nu, hoe Uw karakter is, hoe rein en zacht [en goed. Hoe schoon en lieflijk gij steeds zijt, bij wat ge ook [zegt of doet, Hoe, ongekunsteld en oprecht, gij steeds haat eiken [schijn, Hoe veinzerij en huich'larij voor U een afschuw zijn. Druk ik uw trouwe, kleine hand, zie ik Uw open oog. Dan weet ik dat Uw schalksche lach, Uw vriend'lijk- [heid nooit loog; Was ééns, die handdruk niet gemeend, waart ge 011- oprecht dien dag. Was 't vriend'lijk groeten ééns gemaakt, 'k weet zeker |dat ik 't zag. Geveinsd zijn, neen, dat kunt gij niet, gij zijt nooit [onoprecht 't Is steeds natuurlijk wat ge ook doet, eenvoudig wat [ge ook zegt. Uw lieflijk rein en zacht gemoed, Uw onschuld en Uw [deugd Behoeden U voor huich'larij'k gevoel dat nu met [vreugd. Elvibusor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 200