50 tegen den avond zoo overvol is, geheel verlaten, en het is op zulk een oogenblik, dat ik u deze onher bergzame woning laat binnentreden. Na dan de steile, geheel versleten trap te zijn op geklommen zijn we genaderd aan het armoedigste gedeelte van liet huis, en houden we een oogenblik stil voor de deur van een zolderkamertje, niet enkel om weer op adem te komenneenook omdat we met een van angst kloppend hart er tegen opzien, die kamer binnen te treden. Het ziet er alles zoo ver vallen uit, en als bij ingeving vermoeden we, dat ons daar iets afgrijselijks wacht. Laat ons echter niet te lang talmen en zonder verder dralen de deur openen. Welk een schouwspelDe armoede, die hier heerscht, overtreft alles, wat we tot nu toe gezien hebben. Vier kale muren, door ouderdom en gebrekkig onderhoud op vele plaatsen gescheurd en afgebrokkeld, muren, die eens wit warenmaar door rook en stof eene aschgrauwe, bijna zwarte kleur hadden gekregen, een houten vloer, die de onmiskenbare blijkèn draagt in vele jaren met veger noch doek te hebben kennis ge maakt, een dakraampje, waarin slechts enkele en dan nog gebroken ruiten aanwezig zijn, ziedaar in hoofd trekken de kamer, die zich voor het overige kenmerkt door een bijna volkomen gebrek aan meubels. Een oude stoel met versleten matten zittingeen houten tafel, Steunende op nog slechts drie pooten en een bos stroo, dat tot nachtleger strekt van de bewoonster dier schamele woning, maken het eenige huisraad uit. Zij, die in dit ellendig verblijf huist, is onze opmerkzaam heid wel waard en ik wil trachten u eene nadere beschrijving van haar te geven. y

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 205