Salutem Lectori. 67 zoo'n kind.maar Miettoe nog een ulevel dat is goed voor de keel, wacht eens, ik zal Bet zeggen, dat ze de slemp brengt." Saar ging even weg en na ingeschonken te hebben, zette ze aldus haar gesprek voort «Ziezoo, nu is alles klaar; juist, wat zei ik ook al weer? 0 ja, die van Stratens, he? 't is om van te lachen. Nu zijn ze pas uit de zorg, maar jawel, daar nemen ze me God beter't zoo'n verloren straatkind aan en kunnen op hun ouden dag van voren af aan be ginnen. 't Is gewoonweg dwaasik zeg maarhet hemd is nader dan de rok." Waartoe zou het dienen nog langer getuige te zijn van dit gesprek. Zoo oordeelden er meer, zelfs velen, zonder zich voldoende rekenschap te geven van het geen zij zeiden, zonder de gewetenswroeging te kennen, waaronder Anna gebukt ging, de smart die ze onder vonden had, toen ze de daad bedreef; zonder te weten, hoe groot de voldoening was, die van Straten smaakte, toen hij zijne rust aan het welzijn der kleine opofferde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 213