74
De partij was afgezegd; hare vermoedens bleken niet
ongegrond te zijneen goede vriend had haar de oogen
geopend; en hij moest alle betrekkingen tusschen hen
maar als verbroken beschouwenzoo luidde in het kort
de inhoud van het briefje.
Welke vermoedens waren dat? Wie was de goede
vriend?" vroeg Janssen zich afvergeefs echter tobde hij
zijne hersenen af, alles bleef hem een raadsel. Wel
had hij in de laatste dagen opgemerkt, dat zij wat
stiller geworden was, dat in hare oogen, als die de
zijnen ontmoetten een zacht verwijt te lezen was; maar
deze plotselinge breuk, aan wien was die te wijten?
Hij neemt het couvert op, daar voelt hij een hard
voorwerp; het is zijn ring, dien zij van hem ont
vangen heeft op den dagtoen hij haar zachtkens
vroeg: Emiliemag ik er met uw vader over spreken,"
waarop zij hem na den eersten kus der liefde, met
het lieve kopje op zijn schouder rustend, even zacht
»ja" had toegefluisterd.
Nu is alles gedaan, vervlogen is die droom van zoet
geluk; slechts de ring, die nog aan zijn vinger blinkt,
herinnert hem aan de dagen, toen nog eene schoone
toekomst hem wachtte, en hij nog hopen kon haar
eens als zijn lief vrouwje te zullen bezitten.
«Wie is toch die goede vriend," vraagt hij zich
weder af; op eens verduistert zijn gelaat: «zou zij
hem ontrouw zijn gewordenen een ander, misschien wel
dien goeden vriend liefhebben?" Reeds heeft hij den
ring van zijn vinger genomen om dien van zich af te
werpen, maar daar spreekt een andere stem in zijn
binnenste: «Die goede vriend heeft haar misleid, u
doen dalen in hare achting door opzettelijk bedrog."