V 78 j Het commando: «Looppas" wordt door hen met gejuich begroet en voort stormen zijaan het einde van het smalle pad gekomen deboucheert de compagnie op het open veld rondom de door eene gracht en een hoogen dijk omringde kampong. Spoedig is zij in den aanvalsvorm opgelost en met den looppas rukt zij aan tot ontzet van den steeds kleiner wordenden troep kameradendie daar nog eenige honderde passen van henfel bestookt door j een steeds nauwer wordenden kring van inlanders, moedig den dood trotseeren. Wel bewijst het achterlaadgeweer goede diensten, wel maait nu en dan een salvo als een zeis door den grooten drom, maar voor één doode is het alsof tien anderen in de plaats treden en steeds grooter wordt het aantal der fanatieke inlanders. Reeds heeft de compagnie der voorhoede haar kapitein verloren, twee harer officieren volgden hem, maar nog blijft ze den strijd volhouden onder haren jongsten luitenant. De jonge mandie voor het eerst eene ex- j peditie medemaakt, is nauwelijks te weerhouden om met zijn nog slechts 60 hoofden tellenden troep in te stormen op den uittartenden vijand; hij stelt evenwel daarbij niet alleen zijn eigen leven maar ook dat zijner soldaten in de waagschaal en met groote zelfbeheer- sching doet hij telkens het »Aan" en «Vuur hooren. 0, hoe gaarne zou hij het bevel tot den aanval ge geven hebben, maar neen dat kan, dat mag hij niet en weder volgen salvo op salvo. Maar hoort hij wel? ja, dat hoorngeschal, dat het gekerm der verwondenhet krijgsgeschreeuw van den vijand overstemt, dat hoorngeschal verkondigt dé na- bijheid der kameraden. Nu kan niets hem meer weer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 224