V
78 j
Het commando: «Looppas" wordt door hen met gejuich
begroet en voort stormen zijaan het einde van het smalle
pad gekomen deboucheert de compagnie op het open veld
rondom de door eene gracht en een hoogen dijk omringde
kampong. Spoedig is zij in den aanvalsvorm opgelost
en met den looppas rukt zij aan tot ontzet van den
steeds kleiner wordenden troep kameradendie daar
nog eenige honderde passen van henfel bestookt door j
een steeds nauwer wordenden kring van inlanders,
moedig den dood trotseeren.
Wel bewijst het achterlaadgeweer goede diensten,
wel maait nu en dan een salvo als een zeis door den
grooten drom, maar voor één doode is het alsof tien
anderen in de plaats treden en steeds grooter wordt
het aantal der fanatieke inlanders.
Reeds heeft de compagnie der voorhoede haar kapitein
verloren, twee harer officieren volgden hem, maar nog
blijft ze den strijd volhouden onder haren jongsten
luitenant. De jonge mandie voor het eerst eene ex- j
peditie medemaakt, is nauwelijks te weerhouden om
met zijn nog slechts 60 hoofden tellenden troep in te
stormen op den uittartenden vijand; hij stelt evenwel
daarbij niet alleen zijn eigen leven maar ook dat zijner
soldaten in de waagschaal en met groote zelfbeheer-
sching doet hij telkens het »Aan" en «Vuur hooren.
0, hoe gaarne zou hij het bevel tot den aanval ge
geven hebben, maar neen dat kan, dat mag hij niet
en weder volgen salvo op salvo.
Maar hoort hij wel? ja, dat hoorngeschal, dat het
gekerm der verwondenhet krijgsgeschreeuw van den
vijand overstemt, dat hoorngeschal verkondigt dé na-
bijheid der kameraden. Nu kan niets hem meer weer-