4
89
of zij den lieer, die haar zoo had doen schrikken, ook
kende en krijgt nu een telkens door snikken afgebro
ken verhaal, hoe die haar reeds vroeger had lastig
gevallenen dat hij dezen avond haar eerst een poos
had gevolgd en haar eindelijk in die donkere straat
had staande gehouden, waarna hij haar voorslagen had
gedaan, die zij zich zou schamen te herhalen, en dat
zij toen om hulp was gaan roepen.
Het meisje krijgt het bij de herinnering van het
gebeurde weer bijster te kwaad, zoodat Eduard reeds
spijt had over zijn onbedachte vraag en niet weinig
in zijn schik is, als eindelijk het doel der reis, Palm
straat N°. 13, bereikt is. Een tamelijk bejaard moedertje
doet op zijn kloppen al spoedig open met de woorden:
Marie, kind, waar bleef je zoolang," maar treedt op
het zien van een onbekend heer, dien zij geenszins
in gezelschap barer dochter verwachtteverward terug.
Marie geeft echter dadelijk de noodige verklaring en
zegt dat Mijnheer haar bevrijd heeft van een heer, die
haar lastig was gevallen en haar daarna, omdat zij
erg ontsteld was, thuis heeft gebracht;" waarna zij
met een: «Nogmaals hartelijk bedankt, mijnheer," in
huis wipt, het aan haar moeder overlatende haar ge-
leider verder te woord te staan. Nu, deze is voor die
taak ook wel berekend en put zich uit in zulke ellen
lange dankbetuigingen, dat Eduard blij is, als hij zich
eindelijk met de wel wat voorbarige belofte, dat hij
nog eens zal komen hoorenhoe het met zijne be
schermeling is afgeloopenverwijderen kan.
Zonder verder avontuur bereikt hij eindelijk het
huis zijner ouders. In de sierlijk gemeubileerde woon
kamer zit de oude heer Verhagenbehagelijk in zijn