90
stoel gedoken, de courant te lezen en ontvangt zijn
zoon met de woorden «Dat is ook over je gewonen
tijd jongen; Mama is al naar bed gegaan, zij had een
beetje hoofdpijn en nu heb ik hier in mijn eentje zeker
wel een uur zitten wachten. Was er in de club iets
bijzonders?"
«Verre van dat, Pa, daar is 't altijd koekoek een
zang; maar bij het naar huis gaan heb ik een avon
tuurtje gehaddat mij wat heeft opgehoudendat
vertel ik u echter morgen wel, nu zal ik zoo vrij zijn
mijn bed eens op te zoeken."
En na zijn vader een aangename nachtrust toege-
wenscht te hebben, begaf Eduard zich naar zijn slaap
kamer, om weldra in een gerusten slaap het gebeurde
te vergeten.
Den volgenden morgen aan tafel echter kwam de
heer Verhagen, die zijn zoon eiken avond zoowat op
denzelfden tijd thuis zag komen en wien een afwijking
van dien regel, als den vorigen avond, vreemd moest
voorkomen, op de zaak terug. «Kom, Eduard, nu aan
't vertellen wat je gisteren avond overkomen is, ik
kan je verzekeren, dat ik erg nieuwsgierig ben, zoodat
je een aandachtig toehoorder in me zult vinden."
«Met genoegen, was 't antwoordmaar de zaak is zoo
erg belangrijk niet. Ma, schenk mij ondertusschen nog
een kopje thee en dan zal ik maar beginnen."
Zijn verhaal, als reeds bekend aan onze lezers, zul
len wij maar achterwege laten, genoeg zij het, dat zijn
beide toehoorders hem met aandacht volgdenterwijl
Mevrouw hem tusschenbeide in de reden viel met uit
roepen als: «Dat arme kind, wat zal ze verschrokken
zijn;" of «Dat was flink van je, Eduard enz"; maar