95
zou mesallieeren. Zij deed Eduard heftige verwijten
over zijn onberaden gedrag. «Ik had zoo gehoopt, dat
het nichtje van Mevrouw Smits je zou aanstaan, maar
in allen gevalle verwachtte ikdat je een meisje uit je
dagelijksche omgeving zoudt hebben gekozen. Tot een
huwelijk met Marie geef ik mijn toestemming niet;
wezenlijk, beste jongen, bedenk wat je doet; als man
en vrouw van zoo verschillenden stand zijnkan het
nooit goed gaan; je kunt haar niet in de kringen,
waarin je gewoon bent te komen, binnen leiden, je
zoudt dus van al je vrienden moeten afzien. Eduard,
mijn beste, zie van dat meisje af, ik bid je, doe het
niet: kun je dan volstrekt in je eigen kring geen
meisje vinden, waarmee je gelukkig zoudt kunnen
worden? Bedenk je nog eens, beste, in dit huwelijk
kan ik niet toestemmen."
Eduard stond als verpletterdtoen hij dit onverwachte
antwoord ontving. Zou dat nu het einde van zijn geluk
zijn, moest zoo al zijn hoop opeens in rook vervliegen
Tevergeefs beproefde hij zijn moeder tot andere ge
dachten te brengen, alles om niet; op dit punt, hoe
toegeefelijk anders ook, bleef zij onverzettelijk. Wat
te doen Marie alles vertellenzooals hij eerst van
plan was geweest, durfde hij niet. Toch merkte deze
spoedig, dat er iets niet in den haak was; Eduards
minder veelvuldige bezoeken, zijn weinige spraakzaam
heid, als hij kwam en eindelijk zijn bleekheid waren
blijken genoeg, dat hem iets hinderde. Toen Eduard
echter eens zonder iets van zich te laten hooren een
paar weken uitbleef, toen haar briefje onbeantwoord
bleefkon zij niet anders denken, dan dat hij berouw
had over zijn keuze en dat hij haar wilde verlaten.