104 j3ETSY. I. »Ich weisz nicht was soli es bedeuten, dasz icli so traurig bin"klonk het uit den mond- van Betsy, toen zij als gewoonlijk 's morgens de ontbijttafel op ruimde. Toch ging dat werk niet zoo vlug als anders; het was alsof eene droevige gedachte haar steeds zoo opgeruimd gezichtjemet een waas van treurigheid had overtogen en hare kleine handen verlamd had. Den opmerkzamen toeschouwer moesten althans da delijk de kleine rimpels in het blanke voorhoofd op vallen en het lieddat wij daareven hoordengetuig de niet van vroolijkhciddie haar anders toch altijd bezielde. Van waar dan die ommekeer? Ja lezer, wie zou het wagen het hart van een jong meisje te willen doorgronden? Was het ook soms de liefde, die hare gedachten bezighield? Nu, ik zal u in 't kort dereden van die neerslachtigheid mededeelen. Een dag of 44 geleden was zij op een bruiloft geweest en had daar kennis gemaakt met een jongmensch, dat eigenlijk nog een verre neef van haar was, doch dien zij nooit te voren gezien had en van wiens bestaan zij niets wist. Thuis had zij wel met veel ophef gewaagd van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 247