106
zijn maat dien dood niet lang overleefde en, hoewel
bijna aan het einde, eveneens door Karei hetzelfde lot
onderging. Evenals Ferdi werd zij hartelijk door de
anderen uitgelachen.
»Wie het laatst lacht, lacht het best," dacht Ferdi
en wellicht had hij daarin geen. ongelijk, te meer toen
zijn voorstel aan Betsy om een eindje het bosch in te
wandelen met onverholen vreugde werd aangenomen.
Onmiddellijk na hunne kennismaking had Betsy, die
het stijve neef en nicht veel te vervelend vond, voor
gesteld, elkaar maar bij den naam te noemen, en het
kostte haar natuurlijk geen moeite hem daartoe over
te halen. Toen zij dus een tijdje zwijgend arm in arm
naast elkaar voortgewandeld hadden en alleen nog de
vroolijke kreten van de spelers hun oor bereikten
stelde Ferdi voor, op eene van de vele houten banken
een oogenblik uit te rusten om daarna voor de
jarige eens een ruiker van woudbloemen te gaan ver
vaardigen hetwelk Betsy dadelijk goedvond. Na een
poosje gerust te hebben, gedurende welken tijd het
gesprek maar niet wilde vlotten, begon men aan het
werk en Betsy moest den smaak en de zorgvuldigheid
bewonderenwaarmede Ferdi de madeliefjes en ver-
geet-mij-nietjes te midden der viooltjes en andere bloe
men deed uitkomen. Al spoedig had men eene heel
aardige bouquet bij elkaar en Betsy verlustigde zich in
den aanblik van die lieve door den beminden Ferdi ge
plukte bloemen. Eindelijk besloot Ferdinand de pijnlijke
stilte te verbreken en zijne kans eens te wagen. Betsy,"
zeidehij, »toen ik van morgen bij Anna kwam, kon ik
je ongemerkt beschouwenen den treurigen trek waar
nemen, die over je gezicht lag; zeg mij nu eens