107 oprecht deerde je toen iets, want nn ben je toch even vroolijk als anders, is 't niet? of is dat misschien door het spel gekomen? Je kunt mij gerust vertrouwen, hooren ik zou zoo gaarne ziendat die treurigheid wellicht over een uur als je geheel uitgerust zijt, weg blijft; kan ik je met iets van dienst zijn, kan ik je helpen" herhaalde hijterwijl hij zijn arm achter haar om bracht en zijne hand op haar schouder legde. Eene kleur tot achter de ooren was het eenige antwoord. »Zeg eens, Betsy," vervolgde Ferdinand, »ik heb het wel gemerktje denkt aanhoudend aan ietswellicht ook aan aan iemand, is 't niet zoo? Bij 't. spel was je telkens geheel de kluts kwijt. Zeg het mij nu maar gerust." Weer geen antwoord, maar een afwen den van het hoofd, alsof zij bang was, dat Ferdi haar zien zou. «Kom, Betsy," laat mij eens raden, wat de oorzaak wel was; dacht je ook soms hm, ja je dacht toch niet aan aan mij zeide hij op zachten toon, terwijl hij met zijne andere hand de hare greep. Zij zag hem aan en die blik zeide meer dan duizend woorden. «Ferdi," zeide zij. «Ferdi, houd je waarlijk veel van me, net zooveel als ik van mijn Ferdi? en zij liet het blonde kopje op zijn breeden schouder rus ten. «0, Ferdi! ik ben nu zoo blijde, zoo gelukkig, ik verdien eigenlijk zooveel goedheid nietwant van morgen morde ik nog in stilte over het noodlot en nu neemt het in eens zoo'n gunstigen keer, en vind ik plotseling wat ik zocht: mijn Ferdi." Betsy! je bent een engel," zeide Ferdinand, en drukte een kus, de eerste, op hare rozenlipjes, «en voortaan ben je geheel de mijne, niet waar, kom laten we eens terug gaande anderen zouden achterdocht krijgenen Betsv «f y

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 253