113 te hebben en in zooverre bent u dus in uw recht; maar op eene ontmoeting als deze heb ik niet gerekend. Hiermede eindigde ons gesprek. Indien wij onder ling van plaats verwisseld haddenzou deze woorden wisseling tot beider genoegen zijn afgeloopen en hoewel ik van mijn kant er wel aan dacht, had ik geen lust een voorstel in dienvgeest te doen. Ik bleef voortrooken tot mijne cigaar op waseerst wilde ik toen eene nieuwe aansteken en ware het niet, dat ik wellicht door mijn reigenoot als een plagende schooljongen beschouwd zou wordendan had ik het zeker gedaan. Nu liet ik evenwel mijn voornemen varen en dutte langzamerhand in Eindelijk werd ik wakker door het openmaken van het portier aan mijne zijde en het geroep van A door den conducteur. IJÏings sprong ik uit den waggon en zocht mijne familie, die naar mijne meening wel aan het perron zou staan. Werkelijk zag ik na eehig zoeken mijne nicht en mijne zuster. Onmiddellijk ging ik naar haar toe en gaf beiden een hartelijke zoen. «Willem," zoo sprak mijne nicht, «is juist even een rijtuig bestellen. Wij zullen dus even op hem moeten wachten." «Kom laat ik je even naar de wachtkamer brengen," zeide ik, «dan ga ik daarna voor mijne bagage zorgen." »Ga je gang maar," zeide mijne zuster, «dan gaan wij vooruit. Kom dan zoo dadelijk in de wachtkamer. «Goed," was mijn antwoord en tegelijkertijd keerde ik mij omjuist op het oogenblikdat mijn onbekende uit den trein met een hoog rood gezicht op mij afstoof. «Mijnheer," riep hij uit, «u schijnt het er op gezet f... 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 259