115 kwalijk nemen. Aangezien ik de neef van uw bruid ben, zult ge u over mijne familiare houding ook niet verder verwonderen. En wat nu die zaak in den spoor trein betreft, ik geloof, dat het 't beste is, daar niet meer over te sprekenwant aangezien we elkaar nu toch spoedig als neven zullen moeten begroetenzou die zaak ons toch slechts onaangenaamheden bezorgen." Tegelijkertijd stak ik mijne hand uit, die Zuidduin dadelijk aannam, zeggende: Indien ik mij niet vergis, zijt. gij mijnheer Duivelberg. Ik moet u zeggen, dat ik het volkomen met u eens ben. Bovendien heeft die zaak niet veel te beduiden en was zeer gemakkelijk te schikken geweest, wanneer gij op mijne plaats en ik op de uwe was gaan zitten. Ik had toen evenwel geen lust om daarop te wijzen." Een glimlach kon ik niet onderdrukken, toen ik dit laatste hoorde. «Mijnheer," zeide ik, «daar heb ik ook wel aange dacht, maar evenals gij was ik te koppig het voor te stellen." «Maar hebben jullie dan in den trein ook al ruzie gehad?" vroeg Willem. «Gelukkig dat ge nog al vrede lievend zijt uitgevallen." «Maar zie, daar komen de dames aan, ze zullen zich wel niet kunnen begrijpenwaar wij zoolang blijven." Wat er verder volgde, kunt ge gemakkelijk nagaan. Zuidduin ging de dames begroeten, Willem naar het rijtuig en ik mijne bagage halen. Dat er later nog eens hartelijk over ons avontuur gelachen werd, zal u wel niet verwonderen. Dreg ar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 261