121
had willen toegevenzij zou nooit in dit huwelijk
hebben toegestemd.
Dat daar, waar wederzij dsche liefde ontbreektgeen
geluk kan gevonden wordenbehoeft geen betoogen
het duurde dan ook niet lang, of Eugénie was bijna
geheel vervreemd van haar man.
Terwijl zij gebruik maakte van de vele genoegens,
die de wereld aanbiedt, werkte hij onverpoosd door.
Adolph leefde alleen voor zijn werk en dacht te weinig
aan zijne jeugdige echtgenoote. Helaas, want juist
daardoor ontstak hij zelf de vlamdie langzamerhand
aanwakkerende, alras tot een hevig vuur zou over
gaan.
Eugénie gevoelde zich daardoor vrijze was schoon
lief en aantrekkelijk en welke vrouw zou onder zulke
omstandigheden geen liefde kunnen vinden? En wer
kelijk vond ze die ookzonder het zelf te willen.
De plaatsdoor Adolph verlatenmoest aangevuld
worden, en om die reden werd een nieuwe apothekers
leerling aangesteld.
De 21-jarige Arthur was zijn plaatsvervanger. Hij
was een stevig gebouwd jongeling met innemend uiter
lijk. De donkerbruine oogen schitterden van levenslust;
het kastanjebruine haar golfde in dichte lokken over
een hoog, van geest getuigend voorhoofd. Zijn flink
voorkomengevoegd bij een aangenaam karakter, wa
ren oorzaak, dat hij bij Eugénie een meer dan ge
wonen indruk maakte en zich weldra in hare liefde
mocht verheugen.
Arthur had een groot gebrek; hij was Parijzenaar
in den ongunstigsten zin van het woord: hij was wis
pelturig en veranderlijk, terwijl hij zich zonder ge-