132 maar voor de moeder was het hard, haar eenig kind, haar trots, haar alles, weggerukt te zien. Haar echtgenoot was reeds vroeger door het Vader land opgeëischt en nu weder hij ze had gemord en geklaagdze had gebeden en geweendmaar nog steeds waren hare tranen niet opgedroogd; en was het won der, dat heden, nu zijn regiment zou terugkomen, hare droefheid weder losbarstte? Daar werd zij uit hare treurige overpeinzingen op geschrikt door een ouden huisknechtdie haar namens de andere bedienden een lauwerkrans kwam brengen voor het portret van haar lieveling. Toen hij hare roodgeweende oogen zag, voegde hij er bij: «Mevrouw, bedenk toch, dat, indien uw zoon een lafaard geweest was, hij heden zou zijn terugge komen." «Ge hebt gelijk", zeide zij, «hij deed zijn geslacht eer aan." Nadat zij den krans aan het portret had gehangen, verzocht zij hem haar dank over te brengen aan zijne kameraden, voor de herinnering, op dezen droevigen dag, aan hun jeugdigen meester. Ze was iets bedaard, maar, arme moeder, wat zult gij die woorden diep gevoeld hebbenen met u zoo vele ou ders: die woorden, die de vreeselijke gevolgen van den oorlog zoo goed kenschetsen «Maudite soit la guerre Tu as perdu ton enfant." Dit gezegde is historisch en werd bij een dergelijke omstan digheid gesproken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 278