172
«Geen man, neem 'k mij!" had ze eens gezegd,
«Dien 'k niet erken als heer,
«Als meester over mijnen wil
«Als man van moed en eer!
«Door kloek gedrag, door stout bedrijf
«Toon hij zich mijner waard! i
«Ik stel zijn liefde op de proef! i
«Hij trekke mij het zwaard.
«Behaal' dan roem op 't oorlogsveld, j
«En keere als ridder weer!j
«Tot zoolang blijf ik vrije maagd,
«Ik reik mijn hand niet eer!"
Daar was een jeugdig officier,
Eenvoudig stil van aard
Met oogen blauw en haren blond,
En mannelijk zijn baard!
In 't leger was hij welbekend,
Als flink en goed soldaat!
Voor zijn collega's was hij steeds
Een trouwe kameraad.
't Was Herman, die door Amors pijl,
Nog nimmer was gewond,
Maar die, toen hij Margreta zag,
Zich dra getroffen vond.