TIJMEN IET DE ZWAVELSTOKKEN. 179 (Ee.ne schets.) Nog zie ik hem daar voortstrompelen den ouden Tij men met de zwavelstokken, onder welken naam hij bij ons jongens alleen bekend was; de kleine ineen gedrongen gestalte, terwijl hij reeds gebukt ging onder den lichten last van den met bosjes zwavelstokken ge- vulden grof linnen zak; de magere beenen bedekt met een te korte broekvan dezelfde ruwe stof als het op tallooze plaatsen gelapte wambuis, dat geheel toe- geknoopt slechts een tipje van het versleten zwarte vest liet zien; de voeten gestoken in zware houten klompen door een paar ijzeren banden versterktwaarboven zich zwart sajettcn kousen vertoondenhet rimpelige gelaat met den ingevallen bijna tandeloozen mond, de spitse ver vooruitstekende kin, den grooten neus en de don kergrijze doffe oogenbijna gansch verborgen door den leeren klep van eene hooge boerenpet, die steeds de weinige grijze haren welke nog op zijn hoofd te vinden waren aan het gezicht onttrok. Elke week kwam hij geregeld op denzelfden dag, zijne zwavelstokken aan de deur onzer woning te koop aanbieden, welke moeite, evenals bijna overal, waar hij dit deed, steeds met ^WVA/VWva/s

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 325