183 Als cloor een wonder echter herstelde hij't scheen nudat hij nog meer moest lijden voor hij werd waar dig gekeurd om de aarde, waar voor hem in het ge heel geen geluk meer was te wachten, te verwisselen voor de onbekende streken aan gene zijde van het graf, waarheen zijne vrouw en zooals hij hoopte, ook zijn zoon hem waren voorgegaan. Hij herstelde, maar toen hij voor 't eerst weder zijne woning verliet, toen her kende hem niemand; toen was hij reeds, zooals ik hem boven beschreef. Elk gevoel was verdoofd, alle geestkracht gedood, bijna alle denkvermogen uitge- bluscht en zijn verstand beneveld Hij was kindsch gewordenSlechts honger en koude vermochten nog indruk op hem te maken en daaromom te kunnen eten en zich te warmen als de winter in het land was, verkocht hij zwavelstokken. Nimmer kwam de gedachte bij hem op, dat hij op eene andere wijze misschien meer zoude kunnen ver dienen, doorgaans verzamelde hij centen genoeg om het brood te koopen, dat hij voor zijn dagelijksch on derhoud noodig had, en aan iets anders had hij geen behoefte, daar hij altijd dezelfde kleeren droeg en men hem uit medelijden een klein kamertje had ingeruimd, waarvoor hij geen huur behoefde te betalen. Mocht het hem soms eens een enkelen dag zelfs aan het hoogst noodige ontbreken hij bezat geen geestkracht meer om te trachten zijn toestand te verbeteren. Zoo rekte hij jarenlang zijn kommervol bestaan, le vende van de liefdadigheid zijner inedemenschen en geregeld als eene machine op vaste dagen, weer of geen weer, met dezelfde onveranderlijke vraag: «Me vrouw ook zwavelstokken noodig?" aan de deuren der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 329