184
verschillende huizen verschijnende, totdat hij op zekeren
dag plotseling wegbleef en weldra de mare werd ver-
sprijd, dat lijmen in de gevangenis zat. En zoo was
het.
Het had hard gevroren in den laatsten tijd en daarbij
was er zooveel sneeuw gevallen, dat het hem onmoge
lijk was geweest zijne gewone tochten langs de huizen
in den omtrek te ondernemen. Toen had hij honger
en koude geleden en daartegen was hij niet bestand
geweest; voor schande en oneer had hij geen gevoel
meer en daarom had hij een emmer gestolen bij een
buurman, om zich dadelijk na het volbrengen van den
diefstal zelf te gaan aanklagen.
Na korten tijd werd hij weder ontslagenmaar wei
nige dagen later keerde hij weer daarheen terug. Hij
had weder gestolen en weder zichzelf aangeklaagd
»'t Is er zoo goed mevrouw, en zoo warm!" zeide
hij tegen eene dame, die hem vroeg waarom hij dit
toch deed.
Ditmaal was zijn verblijf echter van korten duur
want weinige dagen later vond men hem dood op zijne
legerstede.
Arme man Hij voor wien gij gezwoegd en gewerkt
hadthijdie de zegen van uw ouderdom had moeten
zijn, was de vloek van uw bestaan. Door hem werd
gij in 't ongeluk gestort, door hem werd uw levens
geluk verwoest, uwe kracht vernietigd, uwe ziel ge
dood door hem werd zij u ontroofddie in uw ge
luk deelde en in uw ongeluk uw steunuw troost
had kunnen zijn; door hem zijt gij de eerlijke, vlijtige
arbeider, de liefhebbende zorgende man en vader, ein
delijk afgedwaald tot een misdadiger