LCIV Sterkte Troepen. Paarden. en samenstelling van 2 Onderoff. en manschappen. Officiers- Troepen- Voertuigen. 3°. Den staf v. h. depót-bal. Luit.-Kol. of Majoor Commandant. Ie of 2e Luitenant-Adjudant. Kapitein-Kwartiermeester. (J) Off. v. Gez. Ie of 2e kl. Adjudant-onderofficier, toegevoegd aan den Kapitein-Kwartierm. Adjudant-onderofficier. Mr. Geweermaker. Korporaal-Tamboer. Schrijvers. 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 Totaal 4 6 1 4°. Eene compagnie. Kapitein. Ie of 2e Luitenants. Sergeant-majoor. Sergeanten. Fourier. Korporaals. (4) Tamboers. VS) Hoornblazer. Hospitaalsoldaat. (K) Soldaten. Gompagnieskar. (c) 1 3 1 (5) 6 1 7 2 1 1 (')200 1 2 1 Totaal 4 220 2 1 Bij den staf van het depótbataljon draagt ieder de uniform, die hij vóór de overplaatsing daarbij droeg. (2) Kan zijn Majoor-Kwartiermeester. (3) Boven dit getal kunnen 2 miliciens-sergeant en 5 miliciens- korporaal zijn, die in mindering komen van het aantal soldaten. De miliciens-sergeant en miliciens-korporaal, die niet bij de com pagnieën kunnen worden ingedeeld, gaan over bij het depot. Hieronder een onbepaald aantal scherpschutters. (5) Bij de compagnieën Jagers, hoornblazers. (8) Uitsluitend bij de compagnieën, die bij het veldleger zijn ingedeeld. (7) Hieronder 2 of meer ziekendragers. (8) Gedetacheerd van den trein. 'o O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 98