xcv s Sterkte en samenstelling van Troepen. Paarden. 3 .SP '5 ■+-> f-4 Officieren. Onderoff. en manschappen. .2 O Troepen- 5°. Eene depót-compagnie. Kapitein. Ie of 2e Luitenants. Adj -Onderoff. dienstd. officier. Sergeant-majoor. Sergeanten. Fourier. Korporaals. (2) Tamboer. Hoornblazer. Soldaten. (2) Totaal 6°. Een bataljon. Staf. 4 compagnieën. Totaal 7°. Het depót-bataljon. Staf. 4 compagnieën. Totaal 8°. Het Regiment Grenadiers en Jagers. Staf. 5 bataljons. Het depót-bataljon. Totaal 1 2 1 1 ('Jio 1 1 onbe paald. 3 (5j 19 5 16 11 880 5 4 8 2 4 21 891 5 12 6 4 12 6 (5) 76 1 16 82 1 2 105 16 26 4455 t5i 82 3 25 1 5 60 1 30 123 4563 29 65 31 1 Ongerekend de miliciens-sergeant en de miliciens-korporaal, die bij de bataljons in liun graad overcompleet komen. (Zie mede vorige pagina, Noot 3.) (2) Hieronder een onbepaald aantal scherpschutters. (s) Zonder de manschappen. r CD O 1 Ui O 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 99