Duitschland. c De 10 landweerbataljons der Infanterie zijn 8000 man sterk; de oorlogssterkte der landweerbatterijen en vestingcompagnieën wordt naar omstandigheden bepaald. Ieder 2 jaar kunnen deze bataljons gedurende 15 dagen tot oefeningen worden vereenigdwaartoe zij op eene sterkte van 400 man worden gebracht. De drie jongste lichtingen der landweer worden eenmaal 'sjaars 1 dag tot inspectie opgeroepen. De bevolking bedraagt 45 millioen zielen. Teder Duitscher is weerplichtigen kan zich in de uitoefening van dien plicht niet doen vervangen. De weerplicht begint met het volbrachte 17de en duurt tot het einde van het 42ste levensjaar. Hij wordt vervuld bij leger of marine, en bij den landstorm. Vrijgesteld zijn de leden van regeerende en geme- diatiseerde vorstenhuizenen de lichamelijk ongeschik- ten. Uitgesloten zijn degenen, die onwaardig zijn, de wapens te dragen. De weerplichtigen zijn, zoo zij niet vrijwillig dienst nemen, dienstplichtig met hun 20ste levensjaar. Zij worden geneeskundig onderzocht, en geschikt, voor waardelijk geschikt, tijdelijk of voortdurend ongeschikt verklaard. Na afloop vaiï dit onderzoek wordt geloot; het ge trokken nummer geeft aanin welke volgorde de manschappen tot het voltallig maken van het contin gent zullen worden opgeroepen. Boven dit contingent

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 102