Frankrijk. GIV De Duitsche oorlogsbegrooting bedraagt voor het dienst jaar 1883 1884- ongeveer 200 millioen guldens. De geheele legersterkte is ongeveer 1.700.000 ,man aan veld-aanvullings-reserve- en bezettingstroepenterwijl daarbij nog ongeveer 700.000 man landstorm kunnen worden gevoegd. De bevolking van Frankrijk telt 37 millioen zielen. In 1872 is de algemeene verplichte persoonlijke dienst ingevoerd; uitgezonderd zijn slechts de lichamelijk on- geschikten en de onwaardiger). De wet ontheft van werkelijken dienst in vredestijd alleen den oudsten zoon uit een ouderloos gezin, den oudsten zoon eener weduwe, den oudsten van twee broeders, die gelijktijdig loten, wanneer de jongste geschikt is voor den dienst. Aan sommige categorieën van onderwijzers en geestelijken en aan artistendie den prijs van het Instituut hebben verworven, wordt voorwaardelijke ontheffing, zoowel voor oorlogs- als vredestijd verleend. Jongelingendie te klein zijn of om eenige reden niet geschikt zijn voor den actieven dienst, worden bij de hulpdiensten ingelijfd. Op voordracht der gemeentebesturen kunnen enkele manschappen wegens huiselijke omstandigheden tijdelijk van den werkelijken dienst worden ontheven. De diensttijd is verdeeld als volgt; 5 jaren bij het actieve leger, 4 jaren bij de reserve van het actieve leger, 5 jaren bij het territoriale leger en 6 jaren bij de reserve hiervan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 106