Mk: mobile militie en vervolgens 7 jaren bij de territoriale militie over. Gewoonlijk blijft deze categoriena den 3-jarigen actieven dienst gedurende 16 jaren in het genot van onbepaald verlof, met uitzondering van eene eventueele oproeping voor herhalingsoefeningen tijdens hare in deeling bij de mobiele militie. In 1882 zijn boven dien voor het eerst 45.000 reservisten der lichting van 1856 (de lichtingen worden in Italië naar het ge boortejaar der recruten genoemd; de lichting van 1856 werd dus in 1.877 dienstplichtig), tot herhalingsoefeningen gedurende één maand onder de wapenen geroepen. Voor enkele wapens zijn uitzonderingen op den vastgestelden actieven diensttijd gemaakt (soms zelfs 5 jaar). Jaarlijks worden 13.000 manschappen der Infan terie na 2 dienstjaren niet verlof gezonden. De tweede categorie dient tot aanvullings-reserve en wel gedurende de eerste 5 dienstjaren voor het staande leger en gedurende de volgende 4 jaren voor de mobiele militie. Deze manschappen zijn niet tot bepaalde afdeelingen gevormd, maar dienen uitsluitend tot aanvulling van tekorten in de georganiseerde deelen der krijgsmacht. In de eerste 0 dienstjaren kunnen zij hoogstens ge durende 5 maanden tot oefeningen worden opgeroepen. In 1880 en 1881 zijn telkens slechts 20.000 man ge durende 3 maanden opgeroepen. De derde categorie kan gedurende haar 19-jarigen diensttijd bij de territoriale militie gedurende 30 dagen tot oefening in den wapenhandel worden opgeroepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 111