M
CXIH
De militie-reserve bestaat uit manschappen der mili
tie, die zich verbinden om in tijd van oorlog bij het
staande leger in dienst te treden. Zij telt dus alleen
in tijd van vrede mede in de sterke der militie.
De yeomanry vormt een korps van 15.000 cavaleris
ten, alle vrijwilligers met eigen paarden; de wapens
worden door den staat verstrekt, zoomede vergoeding
voor kleeding. Het korps kan als onderdeel der
militie worden beschouwd.
De volunteers zijn vrijwilligers, die zich in den
wapenhandel oefenen, en zich in tijden van gevaar
tot den dienst binnen Groot-Britannië beschikbaar
stellen. Zij zijn onderscheiden in 'proficientsefficients
en non-efficients. De eerste zijn de in alle deelen voor
hunne betrekking geschikte officieren en onderofficieren,
de efficients hebben een zeker aantal oefeningen per
jaar doorloopen.
De vrijwilligers zorgen zelf voor kleeding en bewa
pening.
In '1881 waren er 200,000 proficients en efficients.
De oorlogsbegrooting voor 188283 bedroeg
185,000.000 gulden.
De legersterkte was:
staande leger 125.000 man
reserve 34.000
militie 121.000
yeomanry 10.000
vrijwilligers 208.000
totaal 498.000
Bovendien was in Indië eene Europeesche legermacht
van 63.000 man.
8