cxv De totale sterkte van het geworven leger is 6000 man. Voor de vorming van het ingedeelde leger is Zweden verdeeld in kadastrale perceelen met ongeveer gelijke opbrengst HemmansTwee Hemmans vormen een Rok; de eigenaars nu van iedere Rote moeten geza menlijk een man aan den Staat leveren en in vredes tijd onderhouden, terwijl in oorlogstijd de zorg van zijn gezin eveneens op de Rok rust. Sommige Roten zijn verplicht een ruiter met paard te leveren. De officieren en onderofficieren van het ingedeelde leger ontvangen van den Staat een jaarlijksch inkomen. De manschappen dienen gemiddeld 25 jarende eerste oefening duurt voor de infanterie 6 weken; voor de cavalerie 6 maandenna afloop der eerste oefening moeten zij jaarlijks gedurende 3 tot 4 weken aan de regimentsoefeningen deelnemen. Bij mobilisatie rekent men op ruim 2000 man infan terie en 3700 man cavalerie. De uitgaven voor het ingedeelde leger worden geschat op 5 millioenvoor zoover ze ten laste van den Staat komen (oefeningen en traktementen). Ieder voor den dienst geschikte Zweed, die niet reeds bij de stamtroepen dient, behoort van het 20ste tot het 25ste jaar tot de reserve. In oorlogstijd worden ook de manschappen, die bij het geworven leger hebben gediend, en nog geen 40 jaar zijn, bij de reserve ingedeeld. De beidejongste lichtingen worden jaarlijks gedurende 14 dagen geoefend. De sterkte bedraagt 90.000 man. 3^

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 117