CXXXI1 UNIFORMEN DER MARINIERS. SCHAKO. KORTE JAS. RANGEN. Kolonel. Luitenant-Kolonel. Majoor. i Op en om de opslagen j op 5 millimeters van den bovenkant van den opslag 1 en evenwijdig daarmede, vier effen gouden galons, elk breed 1 centimeter met 5 millimeters tusschen- ruimte. Als vorendrie dito ga lons. Als voren, twee dito galons met een gouden j koord, ter dikte van 2.5 millimeter tusschen de ga lons geplaatst op 5 milli meters afstand daarvan. Van vorentegen den bovenrand eene oranje zij den kokarde met geplet vergulde lis, lang 5 en breed 3 centimeters, er over, eh vastgehouden door een ver gulden knoop, boven om den rand een schuins ge blokt gouden galon met ingetrokken puntjester breedte van 35 millimeters aan beide zijden en van achteren een rechtstandig dun koordje van gouden tres; aan de voorzijde op de klep een gouden koord van bouillons, eindigende ter hoogte van de terzijde opstaande tressenkoordjes op den bovenrand, aan de voorzijde een eivormigen bal van gouden bouillons; onder de kokarde twee over kruis liggende vergulde an kers met kroon. Als voren. Als voren. 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 134