CXXXIX met liet vorige jaar was het weder gunstig en kon de parade plaats hebbenwaaraan ook het Cadettenkorps deelnam. 's Middags werd onze Sociëteit vereerd door het bezoek van den Generaal-Majoor Pfeiffer, den Gouverneur en den Eersten Officier, terwijl ook ver scheidene Officieren en Burgerleeraren tegenwoordig waren. De Cadetten-muziekvereeniging «Sempre Cres cendo" droeg er niet weinig toe bij 0111 de feestvreugde te verhoogen, die ditmaal niet gelijk het vorige jaar door een sterfgeval in ons midden werd verstoord. Tot laat in den avond bleef deze stemming ons bij en vooral de wijze waarop de feestelijkheden van dien dag werden besloten, zal waarschijnlijk eene aange name herinnering hij de meesten onzer hebben achter gelaten. De dagdie hierop volgdewas voorzeker niet minder merkwaardig. liet was toen namelijk veertig jaren geledendat Prof. De Hollander als leeraar aan de Militaire Academie was geplaatst, gedurende wel ken langen tijd hij steeds met onverdroten ijver en met de meeste toewijding zich van zijne moeielijke taak had gekweten en altijd tot den bloei der Academie had medegewerkt. Het spreekt van zelf, dat deze dag niet onopge merkt kon voorbijgaanen dat de jubilaris van alle zijden met de hartelijkste blijken van deelneming werd vereerd. Te twee uren vergaderde het personeel van officieren en burgerleeraren dei' Academie met enkele van elders overgekomen oud-cadetten en burgerlijke beambten benevens eene deputatie van het Indische leger, waarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 141