daarna werd de uitslag der examens van het 1ste en
2de jaar bekend. In vergelijking met het vorige jaar
was deze niet bijzonder gunstig, aangezien er 26 nog
maals de lessen van hun studiejaar moesten volgen.
liet einde van het verlol was bijna daar, toen
plotseling de tijding kwam, dat de Kolonel M. C. F.
Simon, Gouverneur der Koninklijke Militaire Academie,
eervol van zijne betrekking ontheven en op non-activi
teit, was gesteld, terwijl de Kolonel van den Generalen
Stal ,1. J. G. den Beer Poortugael, Oud-Minister van
Oorlog, als zijn opvolger werd aangewezen. Den 4den
September werd het geheele Cadettenkorps aan den
nieuw benoemden Gouverneur voorgestelddie met
eene korte, zaakrijke rede zijne betrekking aanvaardde.
Wij hopen, dat ook onder zijne leiding het Cadetten-
korps in degelijkheid en aanzien zal mogen winnen
en dat het hem de vervulling zijner zware en moeie-
lijke taak zoo aangenaam mogelijk zal maken.
Terzelfder tijd was een nieuw reglement, op de
K. M. A. vastgesteld, dat hoezeer in hoofdzaak gelijk
aan het vorige, eene bepaling bevatte, waar reeds
jaren en jaren reikhalzend naar was uitgezien. Wij
bedoelen de atscbaffing van het gedwongen kerkgaan
dat reeds veel te lang had bestaanmaar nu door
eene alleszins betere regeling werd vervangen.
Den 5den September werd ons de order voorge
lezen, waarbij de voormalige Gouverneur, in korte,
hartelijke woorden zijn afscheid nam van de Cadetten
en van het overige personeel der Academie. Het zal
wel onnoodig zijn te zeggen, dat deze order op ons
allen een diepen indruk maakte, toen wij aldus nog
maals aan dit zoo smartelijk verlies werden herinnerd.
CXI, IX