BIJ HET PORTRET.
De 20ste Februari 1883 was een heuglijke dag
vooi- de Koninklijke Militaire Academie in het algemeen
en voor den Hoogleeraar Dr. J. J. de Hollander in
het bijzonder. Hij, de eenig overgeblevene der leera-
ien, die getuigen waren van het veertigjarig bestaan
der Academie, herdacht zelf den 20sten Februari den
dag, waarop hij voor veertig jaren zijne loopbaan als
leeiaai aan de Koninklijke Militaire Academie begon.
Dat die dag niet onopgemerkt voorbijging en vele
autoriteiten schriftelijk of mondeling hunne gelukwen
st hen overbrachten ol door stoffelijke blijken hun be
langstelling en sympathie toonden, is licht te begrijpen.
Ook het Cadettenkorps, vertegenwoordigd door eene
commissie van vijf leden, bleef daarbij niet achter.
Het reglement op de K. M. A. veroorloofde den ca
detten echter niet, aan den Hoogleeraar een blijvend
aandenken hunner sympathie aan te bieden. Toch
wenschten zij op meer bijzondere wijze hunne hoog
achting en dankbaarheid uit te drukken.
Het voorstel der Redactie, om den Hoogleeraar te
verzoeken zijn portret in den Cadetten-Almanak te
mogen plaatsen, vond dan ook algemeenen bijval.
De toestemming daartoe aan den Hoogleeraar ver
zocht, werd welwillend verleend, zoodat we thans
onzen Almanak zien prijken met de beeltenis van hem,