7 Hebben wij vaak over de toekomst gesproken, heb ben wij vaak luchtkasteelen gebouwd en oris in den toestand verplaatst, dat wij op eigen beenen stonden, dat alles is als rook verdwenen. Doch moeten wij morren? Neen, wij moeten dank baar zijn, dat gij nog in de gelegenheid waart naar de uwen terug te keeren. Bleeft gij hier, wellicht verergerde de kwaal; nu echter zult gij genezen in den kring van hen, die u het dierbaarst zijn. Wat beteekent eene eervolle betrekking, wanneer de gezondheid niet naar wensch is? Schoon wij uw gezelschap missen, toch zegenen wij het oogenblik dat gij ons verliet, want uw gestel was niet geschikt ons leven te leiden, ten minste in geen geval ons toekomstig leven. Gij, die voor Indië be stemd waart, zoudt u vermoeienissen en ontberingen moeten getroosten, waartegen uw gestel niet bestand zou geweest zijn. Ontvang onzen groet en wees overtuigd dat wijal zijn wij niet meer te zainen, u en de dagen, die wij met elkaar doorleefd hebben, nimmer zullen vergeten. Schoon verleden, nooit vergeten, Toen gij in ons midden waart Toen wij, als te zaam verbonden, In een vriendenkring hervonden Wat familie is op aard. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 163