AAN OOSTERBEEK. Owunderschön ist Gottes Erde Und werth darauf vergnügt zu sein D'rum will ich, bis ich Asche werde, Mich dieser schonen Erde freu'n. Hölty. Welkom, welkom! schoone dreven, Plekjes mij zoo lief en waard, Bloeiend oord, dat zoo bekoorlijk Vriend'lijkheid aan schoonheid paart. Welkom! beekje, zachtkens üuist'rend Uwe toovermelodie Die mij spreekt van idealen Vol van liefde en poëzie. Dartel, speelziek, murm'lend water, Dat u uitstort in het dal Onder 't zilverhelder klaat'ren Van zoo menig waterval. 0, hoe lokken uwe boorden Tot een zoete mijmerij, Onder 't donkergroene loover Van de beuk- en olmenrij. Stille, koele, held're vijvers, Tusschen 't dichte beukenhout.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 164