NIET BEGREPEN. liet is een gure herfstavond. De koude wind huilt door de straten der oude academiestad Xen de fijne stofregen, die bijna den geheelen dag zijn best heeft gedaan de straten onbegaanbaar te makenis juist niet geschikt de enkele voetgangers bijzonder aangenaam te stemmen. Zelfs bet humeur van den huurkoetsier, die daar met zijne vigelante in een suk keldrafje komt aanzetten en anders toch wel tegen het weer bestand is, heeft door de aanhoudende buien ge leden, en brommende geeft hij zijn mageren rossinant een nijdigen tik met de zweep om hem tot meerderen spoed aan te manen Dit schijnt te helpen weldra is het doel bereikt, en het rijtuig houdt stil voor een deftig burgerhuis. De koetsier springt van zijn ver heven zetel, en een forsche ruk aan de bel doet spoedig een aardig dienstmeisje verschijnen, dat onzen koetsier op zijn vraag »of Meneer klaar is" het bescheid geeft, dat zij eens zal gaan vragen. Nu, lang behoeft de man niet te wachten; de deur der voorkamer gaat open en een vrij gezet heer, in een overjas gehuld, treedt te voorschijn, maar moet nog even terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 166