13 in het jonge meisje, dat hem met zooveel gratie te gemoet treedt, ter nauwernood zijn Annatje, zijn speelnootje van vroeger dagen en weet haast niet hoe haar aan te spreken. Het vormelijke «Mejuffrouw" wil hem niet van de lippen en toch, zou «Anna" niet een beetje te vertrouwelijk zijn? Beiden zijn wat met hun figuur verlegen, maar de oude heer valt in: «Wat is dat nu, 'tis net of jullie elkaar nooit gezien hebben. Enfin, kom jij maar met mij mee, Arnold, dan zal ik je eens je kamer wijzen en ondertusschen zal Anna zorgen, dat er wat op tafel komt, niet waar, kind?" Als Arnold na eenigen tijd weer beneden komt zitten vader en dochter aan tafel. «Zie zoo, vriend," heette het, «kom nu eens bij mij zitten, gebruik wat en dan moeten wij eens van je hooren hoe het zooal te G... staat." Aan het verlangen van den ouden heer werd voldaan en nadat de inwendige mensch versterkt was, ging Arnold aan 't vertellen. Al het nieuws, omtrent vrienden en bekenden werd opgedisclit en de oude heer was niet weinig in zijn nopjes bij het hooren van de namen van al die oude kennissen uit zijnen vroolijken studententijd. En toen later Ar nold begon te vertellen van zijne reizen en zoo leven dig al het door hem geziene beschreef, en, wellicht ook onder den invloed van zijn aandachtig auditorium, met meer flux de bouche sprak dan hij gewoon was, vloog de tijd om en de oude heer riep uit: «Arnold, jongen, ik ben zoo blij je hier bij mij te hebben. Niet dat ik aan mijne Anna niet genoeg gezelschap heb, maar zie je, ik mag graag zoo eens wat zitten babbelen, en met een meisje kan ik lang datgene niet bespreken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 169