16 Arnoldwat heb ik je in een langen tijd niet gezien 't is of je den weg naar mijn huis niet meer kent. Of heb je het tegenwoordig te druk, dan ben je na tuurlijk verontschuldigd, hoe meer drukte hoe beter. Maar nu hoop ik je toch spoedig weer eens bij mij te zien. Zooals je weet, verwachtte ik mijn neef, den ingenieur, die hier geruimen tijd zal vertoeven als leider der werkzaamheden bij de nieuwe spoorwegbrug. Eergisteren is hij aangekomen en na dien tijd al een paar keer bij mij geweest, maar aan mijn gezelschap heeft hij nu juist niet bijzonder veel." «Dat ben ik lang niet met u eens," stuit Arnold hier dien stroom van woorden; «ik dacht..." »Nu, dat daargelaten, ik wilde dan maar zeggen, kom maar spoedig bij mij, dan kan je kennis met hem maken. Kan ik er dus op rekenen, datje weldra eens aankomt?" »Als altijd, met veel genoegen." «Dat blijft dan afgesproken. Neen, maak maar geen tegenwerpingen, ik wil je niet langer ophouden, ga maar door met je werk, dan kan je een volgenden keer zooveel te langer bij mij vertoeven." En daar stapte de oude heer weer heen, even haastig als hij gekomen was. «Want," zeide hij, «ik wil geen knorren van mijn dochtertje krijgenik ben toch al over mijn tijd uitgebleven." Het zal hier wellicht de plaats zijn een paar woor den te zeggen over den persoon, dien wij in ons ver haal hebben ingevoerd. Spruyt, zoo heette hij, was iemand van een vroolijk en levendig karaktermaar van de oppervlakkigheid, waarmede die eigenschappen zoo dikwijls gepaard gaan, niet vrij te pleiten. Hij was in den omgang, wat men noemt een aangenaam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 172