37 café-chantant voor zich zouden hebben. Daarbij vlocht hij in iedere toespraak een toepasselijk spreekwoord. Nog nooit hadden we onzen overste zoo welbespraakt gezien. Jammer was het, dat de roffel van kwart voor zevenen de feestvreugde kwam verstoren. Een «drie werf hoera", een «lang zal hij leven" en een laatste fanfare van de muziek besloten deze feestelijke bijeen komst. Eerst toen kon de oude Thijs overgaan tot het lezen zijner brieven, in den loop van den dag ontvangen. Te acht uur wachtte hem echter nog een verrassing. Onverwacht door eenige vriendenhanden opgeheven werd hemonder daverende toejuichingen der aanwe zigen door een zijner klasgenooten een feestgedicht overhandigdwaarin de roem van den jubilaris werd bezongen. Vervolgens bracht men hem, terwijl hij de menigte minzaam toewuifde, in triomf naar zijn plaats. Dat 16 Maart 1884- even feestelijk moge voorbijgaan als 46 Maart 1883, en dat het de laatste verjaardag- van den ouden overste op de Academie moge zijn, is de wensch van JAN VAN I'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 193