40
keereti. Het huis, waar eerie doode is uitgedragen, is
ledig, somber en stil; dit ondervond ook de anne
weduwnaar. Maar toch, de tijd, hoe onineedoogend
hij ons ook de gelukkigste uren van ons leven ont
rooft, is ook de heelmeester van zoo menige smartelijke
wonde, en toen de eenige dochter, het evenbeeld harer
moeder, den gelukkigen leeftijd had bereikt, waarop
zij zelf de plaats der ontslapene kon innemen, schenen
die gelukkige dagen van weleer in den Gouden Leeuw
te zijn teruggekeerd.
Schoon was zij, zooals ze daar achter de ouder-
wetsche eikenhouten toonbank stond, en voor ieder
een vriendelijk woord, een gullen lach over had; me
nig boerenzoon wenschte haar tot zijne gade, maar elk
aanzoek, hoe vurig ook, werd afgewezen.
Zij was en bleef, zoo niet de ongenaakbare, dan
toch de onverwinbare schoone van het dorp.
Eens, op een schoonen voorjaarsdag, bracht het
weekblad de tijding in het vreedzame dorpje, dat het
dit jaar aan eene vrij aanzienlijke troepenmacht tot
verblijfplaats zou strekken. De minister had namelijk
bepaald, dat de groote manoeuvres in de omstreken
van bedoeld dorp zouden gehouden worden.
Soldatenmisschien wel paardenvolk, zou er komen,
dat zou geld en vroolijkheid aanbrengen." Zoo juichte
een ieder en niet het minst de waard van den Gouden
Leeuw, want zijne herberg was zeker wel de eerste
onder alle van het dorp.
Eindelijk kwam de gewichtige dag. Vroolijk wap
perden de vlaggen in de dorpsstraat, toen de troep
met de muziek voorop het dorp binnentrok. Midden