4-5 nog nooit een voet buiten had gezet en dus de buiten wereld hem niets aanlokkelijks aanbood. Maar kosten nog moeite bad hij gespaard om die soldaten buiten zijn huis te houden de bij hem ingekwartierden logeerde hij in het dorp, en mocht het hem ook handen vol geld kosten, wat beteekende dit in ver gelijking van het geluk van zijn eenig kleinkind. Het geheele dorp was in rep en roer, maar in den Gouden Leeuw bemerkte men niets van al die drukte hier ging alles zijn gewonen gang. Soms stond Maryke aan 't venster te kijken als de troepen de dorpsstraat doortrokken, maar grootvader stoorde zich niet aan pruilen of een boos gezicht en joeg haar onverbiddelijk naar het achterhuis. Reeds begon de waard weer te herleven; nog eenige dagen en de rust zou weer in het dorp zijn terug gekeerd, toen hij op een morgen uit zijne overpein zingen gestoord werd door den snellen hoefslag van een paard, dat voor zijne deur stil hield. Een officier sprong er af en trad met haastige schreden binnen. «Spoedig, maak een bed in gereedheid; de majoor is van 't paard gevallen, spoedig, hij is erg gewond." Terwijl de officier nog sprak, zag de waard eenen stoet militairen de dorpsstraat afkomentwee van hen droegen den gewonde op hunne mantels. Hoe gaarne hij ook wilde, de waard durfde nu niet meer weigeren, en de toegesnelde arts verleende in huis de eerste hulp. De majoor was ernstig gewond, hij was op de borst gevallen en men vreesde, dat zijn reeds zoo ondermijnd gestel dit ongeval niet zou te boven komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 201