FRIESLAND'S RAIP. i. Verplaatsen we ons eenige oogenblikken in liet noorden van Friesland. 't Is vroeg in den morgen. De zon is pas boven de kimmen gerezen en spreidt een tooverachtigen glans over de lichtbewogen zee. Hare stralenbundels weerkaatsen op de elkaar lang zaam na rollende golfjesdie, achtervolgd door een zachten zuidenwind van den zeedijk afvloeien. Meeuwen en tal van andere zeevogels zweven onder vroolijk ge schreeuw over hbt waterof zetten zich nu en dan op een der dijkpalen neer, terwijl de talrijke vis- scherspinken en veerschependie nu eens toegeven aan den druk van den afzakkenden vloed en dan weder tegengehouden worden door hunne ankers en touwenzich voortdurend in schommelende beweging bevindenals wuifden ze met hunne gekleurde wim pels den komenden dag toe. Op en achter den dijk is alles in beweging. Vis- schers torsen hunne netten naar de schuiten, vrouwen en kinderen brengen onder vroolijk gelach de noodige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1884 | | pagina 209